Niet kapot te krijgen

Het is alweer 21 jaar geleden, mijn vrouw en ik waren op zoek, naar een buffetkast voor onze keuken. Ik weet dat nog zo precies omdat onze dochter toen net 4 jaar geworden was. Na jaren geleefd te hebben met tweedehands meubels wilden we eens een keer wat nieuws. In een folder van de Bijenkorf stond een leuk exemplaar een onderkast met twee deurtjes en een opstand. De deurtjes in de bovenkast waren voorzien van glas, het geheel geschilderd in provinciaal Frans blauw. Op zaterdagmorgen stonden we daar bij die kast. We vonden hem leuk, het meubel had een gezellige uitstraling. In de onderkast waren de deurtjes voorzien van panelen met schuine kanten naar de sponningen toe. Het aanzicht was ouderwets, daar hou ik van. Ouderwets associeer ik met degelijkheid. De prijs, 1200 gulden, paste in ons budget, we waren blij. Zoals ik gewend ben bekeek ik ook de binnenkant, hoe schuiven de laden en hoe hangen de deurtjes aan het frame? Mijn teleurstelling was groot. De laden hingen aan kunststof geleiders, vastgezet met nietjes. De deurtjes hangend aan scharnieren die vastzaten met reeds moe geworden schroeven. Het achterschot was van triplex dat zo dun was dat ik niet wist dat dat bestond. Dit meubel zou hooguit dienst kunnen doen als decorstuk in de keuken van Saartje, voor intensief gebruik in onze keuken was het niet geschikt. Een aantal weken later ben ik op een kijkdag van het Haagse Venduehuis. Zoals dat wel eens vaker gebeurt in een mensenleven, het toeval slaat toe. Daar stond hij, onze toekomstige buffetkast. Onderkast met opstand, onderdeurtjes met panelen, bovendeurtjes met dik facetgeslepen glas. Laden met zwaluwstaarten, alles van dik eikenhout en messing beslag. Zo waanzinnig mooi! (foto) Dit meubel, gemaakt in de jaren ’30 doet mijn meubelmakershart sneller kloppen. Ik wist zeker dat ik het bieden in de veilingzaal zou winnen.Twintig jaar geleden wilde niemand zo’n meubel en mijn budget was immers 1200 gulden. Bij 450 gulden hamerprijs was het meubel mij gegund. Voor dat geld kon ik bijna drie buffetten in de Bijenkorf kopen, ik ben tevreden en een gelukkig mens.

Ladetrekker

Het is geen toeval dat ik in mijn werkplaats steeds vaker meubels uit deze periode ter restauratie aangeboden krijg. Technisch zijn ze meestal nog in prima staat, alleen het aanzien vraagt een opknapbeurt. Na 85 jaren van gebruik vervang ik de ladelopers zodat het meubel nog eens zo’n zelfde periode dienst mag doen. De waarde van ons buffet is minstens verdubbeld, mensen gaan deze periode opnieuw waarderen. Het is de periode van de Amsterdamse School. H.P. Berlage opende in 1900 ’t Binnenhuis te Amsterdam, waar de gegoede burgerij zijn meubelen kocht. In Den Haag was Pander met de fabriek aan de Zuidwal het adres voor kwaliteit. Natuurlijk kunt u naar Ikea of de Bijenkorf gaan, maar kiest u voor duurzaam en houd u van deze periode dan raad ik u een bezoek aan een veilingzaal ten zeerste aan.