Het schilderskoffertje

In een van mijn vorige stukjes schreef ik al eens over de emotionele waarde van antiek. Naar aanleiding van een recente gebeurtenis wil ik hier nogmaals iets over schrijven.

Ik werd gebeld door een mevrouw, ze zei dat ze een oude koffer te restaureren had. Ik dacht aan een lederen koffer en wilde haar naar een leerbewerker sturen. “Nee, nee”, zei ze, “Het is een houten exemplaar van triplex, ooit gemaakt door mijn vader”.

We maakten een afspraak en op een morgen stond ze voor mijn deur. Ze hield de koffer stevig onder haar armen geklemd, een dierbaar object moest dat zijn. Met een plechtig gebaar legde zij het koffertje op mijn werktafel.

Het wat armoedige triplex koffertje zat vol met verfspatten en vlekken. Het handvat was een reep leer, aan beide uiteinden met spijkers vast gezet. Het triplex was aan één zijde ingedrukt met een gat er in, de scharnieren zaten los.

Dit valies had natuurlijk geen enkele waarde en ik vroeg haar waarom ze van Rotterdam naar mij gekomen was om zoiets te laten restaureren.

“Ik zal u vertellen waarom dit voor mij een dierbaar ding is”, zei ze. Mijn vader bewaarde hier zijn verfspullen in, mijn vader schilderde. Deze koffer heeft hij, zoals u misschien wel kunt zien, zelf gemaakt. Mijn vader schilderde in zijn vrije tijd, hij was jurist bij een havenbedrijf. Hij schilderde graag buiten en soms in de stad, ik ging vaak met hem mee.

Toen kwam die vreselijke oorlog, de Duitsers hebben mijn vader meegenomen. Daar ging hij, in zijn regenjas met in zijn linkerhand een koffer voor zijn persoonlijke spullen en in zijn rechter dit exemplaar.

Sindsdien heb ik hem nooit meer gezien. Een aantal maanden na de oorlog kwam er een vreemde man bij ons aan de deur, hij bracht ons het koffertje. Ons adres stond met een fijn penseel geschilderd binnen het deksel.

Na dit verhaal waren we allebei even stil, ik begreep dat ik toch wel een bijzondere opdracht zou krijgen. Het toeval wil dat ik in mijn houtvoorraad wat oude stukken triplex had, ooit ergens uit een vuilcontainer gehaald.

De zijkant van de koffer waar het gat inzat heb ik vervangen met mijn oude triplex. De vlekken en verfspatten heb ik gekopieerd op de “nieuwe” zijkant. Het pianoscharnier op zijn plaats weer goed vastgeschroefd. Hier en daar wat splinters gelijmd en het geheel afgewerkt.

Het gezicht van deze mevrouw zal ik niet snel vergeten. We hebben het koffertje netjes in bubbeltjesplastic verpakt en in een ruime boodschappentas kon het weer mee terug naar Rotterdam.

De moraal van dit verhaal. Op veilinghuizen worden nog maar weinig antieke meubelen verkocht. De waarde daalt, dat is de markt. Wat is de waarde van uw antieke meubel? Dat bepaalt u zelf. De waarde van de schoonheid, de waarde van de degelijkheid en uw eigen emotionele waarde telt.