Vandaag heb ik de laatste hand gelegd aan de restauratie van een teakhouten meubel. Het betreft hier een buffetkast gemaakt in de jaren zestig van de vorige eeuw en op het achterschot zit een papieren sticker van “A. Ahlström Osakeyhtiö Warkaus” uit Finland. Het meubel is van uitstekende kwaliteit en met aandacht voor het detail gemaakt.
Het is pas sinds de laatste jaren dat ik dit soort werk aangeboden krijg. Scandinavische meubelen uit die periode zijn zeer gewild en de prijzen vliegen dan ook omhoog. Ik heb tot voor kort niets met dit soort meubelen gehad. De stijl beviel mij niet en ik vond ze altijd een goedkope uitstraling hebben. Mijn ouders liepen er ook met een grote boog en opgetrokken neus omheen, maar als ik bij vriendjes thuis uit spelen ging kwam ik dit soort meubilair geregeld tegen.
Het aanzien van zo’n interieur maakte op mij een armoedige indruk en dat stempel gaf ik dan maar gelijk aan de hele familie waar het toe behoorde.
Toen ik in het jaar 1977 voor het eerst bij mijn toekomstige schoonouders op bezoek ging trof ik daar hetzelfde soort meubilair aan. Mijn schoonouders waren vijftien jaar jonger dan mijn ouders en hun interieur was uit de jaren zestig. Mijn ouders hadden een Queen Ann stijl notenhouten interieur van de firma Pander uit Den Haag dat zwaar en antiek aandeed. Langzaamaan begon ik mijn vooroordeel te herzien en begreep ik dat modern ook van goede kwaliteit kan zijn en dat mensen soms een “lichter” interieur prefereerden
Na het overlijden van mijn beide schoonouders verkochten wij hun meubels via Marktplaats. We stonden versteld van de opbrengst. Het antieke meubel waar ik doorgaans aan werk is enorm in waarde gedaald maar heeft gelukkig nog een grote emotionele waarde. Het moderne jaren zestig meubel (Design) is nu wat je in huis moet hebben. Het zijn vooral jonge mensen die deze trend volgen. Hun ouders hadden het interieur van mijn schoonouders, denk ik, en er is weer emotie in het spel.
Mijn waardering voor het designmeubel is na de restauratie van de hierboven beschreven wandkast en natuurlijk ook door het verstrijken van de tijd, veel positiever geworden. Het is net als bij architectuur. Een nieuw gebouw vind je vaak niet direct mooi, daar moet je aan wennen en vervolgens zie je ook de schoonheid ervan.
In mijn werkplaats vind je nu dus steeds vaker een modern meubel dat aan restauratie toe is maar het overgrote deel bestaat toch nog steeds uit het antiek van vroegere eeuwen. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik in het laatste deel van mijn werkzame leven ook aan het “moderne” meubel kan werken, het brengt mij variatie en een nieuwe generatie klanten. Wat is dat mooi.