Een paar weken geleden begon ik met de restauratie van een mahonie gefineerde secretaire. Het is gemaakt in de periode dat Lodewijk de zestiende nog regeerde. De Franse revolutie stond voor de deur. Het meubel is Hollands, beplakt met dik gezaagd mahonie fineer en ingelegd met messing biezen. Dit is wat ik het liefste doe: werken aan een meubel van hoge kwaliteit dat al generaties meegaat.
Bij deze restauratie komen alle alle facetten van het vak aan de orde. Als eerste begin ik alle losse fineer te plakken om vervolgens ontbrekende stukken in te zetten. Het fineer is mooi en dik, dat werkt prettig.
Scheuren in de klep en de zijkanten moeten aangevuld worden. Ik gebruik daar oud hout voor dat zo goed mogelijk bij het omliggende fineer past.
De poten en het lijstwerk zijn los omdat de oude beenderlijm verdroogd is. Die lijm heeft het ruim 200 jaar uitgehouden. Deze dierlijke lijm wordt nog steeds gemaakt en ik gebruik het dagelijks.
Veel messing biezen, die het meubel sieren, zijn los. Een aantal biezen ontbreekt. Deze zijn nog wel in de handel, maar moeten altijd nog op de juiste maat gemaakt worden.
Het hang- en sluitwerk heeft ook de nodige aandacht nodig en dan kan het afwerken beginnen. Afwerken is: schoonmaken, kleuren en politoeren.
Op de dag dat ik prijsopgave voor dit meubel deed was ik direct enthousiast. Een prachtige secretaire smekend om gerestaureerd te worden. Ter plekke beschreef ik aan de klant wat er nodig was om de levensduur van dit meubel te verlengen met tachtig jaar. Zij had geen bedenktijd nodig. Het meubel was van oma en daarvoor nog langer in de familie.
Van dit soort momenten word ik gelukkig. Alles valt samen: kwaliteit, emotie en durf. Ik schrijf ‘durf’ omdat ik mijn klant op zo’n moment een held vind. Geld uitgeven aan een antiek meubel terwijl de marktwaarde hiervan de laatste jaren laag is.
Ik weet zeker dat wat dat laatste betreft het tij zal keren.