De prachtige empire tafel met vergulde vaas onder het blad was totaal verwaarloosd en zou alleen gerestaureerd mogen worden als de kinderen in Amerika er in geïnteresseerd waren. Het bericht van overzee was positief, de tafel was een tweede levenstermijn gegund. Mijn klant, een microbioloog en hoogleraar in ruste, heeft samen met zijn vrouw de hele wereld gezien. Hun huis, een prachtige boerderij aan de rand van de grote stad, is voor het echtpaar te groot geworden, een ingrijpende verhuizing is nabij. De vraag aan mij was te bekijken welke meubelen de moeite waard waren om te restaureren. Na de restauratie gaan de meubelen naar een opslag om vervolgens per schip naar New York gebracht te worden. Ook is er een aantal meubelen dat mee moet naar het nieuwe onderkomen. De meubelen die niet in de prijzen vielen zouden geveild kunnen worden. Een mahonie linnenkast en een bureau, beide uit 1860, zullen als eerste door mij gerestaureerd worden, maar de empire mahonie tafel wil ik hieronder graag nader belichten.
Empire mahonie guéridontafel met vergulde vaas en parels.
— Deze periode is mijn meest geliefde. De empire is zo zuiver: niet te veel opsmuk, mooie scherpe lijnen maar toch met keizerlijke rijkdom. De tafel is in slechte conditie. Het blad is aan een nieuwe politoer beurt toe, maar dat is niet ongewoon.
Het zijn de vergulde vaas en parels die de meeste aandacht zullen krijgen. Het verguldwerk is grotendeels losgelaten, hele plakken breek ik er zo af. Zevenentwintig vlakken zijn er op de vaas en op vier na allemaal kapot. Het bladgoud is poliment verguld, d.w.z. op waterbasis geplakt. Onder het goud zit de rode boluslaag en daaronder een krijtlaag, ook wel paat genoemd. Dit is de enige manier om hoogglans op het goud te verkrijgen. Ik besluit om alle losse krijt en daarmee ook de rode bolus te verwijderen. De overgebleven delen zijn mijn houvast voor de vorm van het werkstuk. Het werken met krijt, water en hazenlijm is eeuwenoud en moet verwarmd aangebracht worden.
Zeker vier lagen krijt zijn er nodig om op de gewenste hoogte te komen. Na de krijtlaag is er een afdichtlaag nodig, de Armeense klei ofwel rode bolus. U kent dit vast wel, die steenrode kleur zie je soms door het versleten goud heen schijnen. De bolus krijgt in dit geval drie lagen. Na uitharding (een paar dagen) begint het eindeloos polijsten. Beslist niet makkelijk, je mag niet door de boluslaag slijpen en het moet superglad en dicht gewreven worden.
Nu komt de beloning, letterlijk in goud uitbetaald. Het leggen en plakken van het bladgoud gebeurt met een lijm, eveneens gemaakt volgens oud recept. Ik maak dit het liefst zelf, net zoals het krijt en de bolus. De lijm gemaakt van hazenbotjes, in een zeer dunne oplossing gemengd met gedistilleerd water en alcohol, zal het goud doen hechten op de bolus. Als het goud “ligt” is er nog niet zo’n grote glans te zien, er moet nog gebruineerd worden. Bruineren is simpel gezegd, het dichtwrijven van het goud. Een agaatsteen is hiervoor het benodigde gereedschap. Een steen van agaat op een houten heft laat ik met lichte druk over het goud glijden, en zie hoe mooi de glans.
Inmiddels ben ik natuurlijk ook begonnen met het politoeren van het blad en de driepoot. De leeuwenpoten en vaas zijn groen geschilderd, ook deze moeten vanwege barsten hersteld worden. Het aangebrachte goud is natuurlijk veel te mooi en te hard van glans, het geeft de tafel een kitscherig aanzien. De glans zwak ik wat af en ik geef het geheel een ouder aanzien. Hoe ik dat doe hou ik nog even geheim.
De tafel is klaar, ik ben tevreden en bel mijn klant om naar het resultaat te komen kijken. Het echtpaar komt samen en ze vinden het resultaat mooi. Onder het drinken van een kopje koffie heb ik het gevoel dat er toch iets wringt, en als ik er naar vraag komt het antwoord: “Wij hebben deze tafel aan onze zoon in New York beloofd maar we hebben nu een nieuw probleem: hoe deze belofte op een charmante wijze terug te draaien.”